zaterdag 17 maart 2012

Het leed van een ontlastende vrouw met wit haar (ofwel de waanzin van het dagelijks gezinsleven)

Ze greep woest naar haar buik. Haar darmen krompen samen in een spastisch ballet van pijn en verlangen tot ontlasting. Al schreeuwend ‘WAAR IS MIJN BOEKJE!!!’ greep ze de VIVA van 6 weken oud en spoedde zich voorovergebogen naar de recent gerestaureerde wc-pot met licht scheefhangend deksel. Al trappelend bleef ze met een pijnverbetengrijns voor de toiletpot staan en mikte de VIVA met grote accuratesse in het fonteintje om haar handen vrij te maken. Als rechtgeaarde goed opgevoede huisvrouw vergde de stoelgang enige voorbereiding ondanks de dreiging van doorlekkend ondergoed. Met de snelheid en finesse van een strak afgestelde machine legde ze snel doch accuraat enkele velletjes wc-papier op de bodem van de pot. ‘Zo’, dacht ze, ‘dat scheelt weer een hoop geschrob en gespetter met de wc-borstel! Nu glijdt het tenminste direct lekker weg bij doorspoelen!’
De pijn was inmiddels niet meer te houden en haar darmen leken een padvindersknoop te vormen die in de komende eeuwen niet meer te ontrafelen zou zijn. Met een laatste uiterste krachtsinspanning zag ze kans de broek naar beneden te schuiven, zich elegant om te draaien en haar billen te vleien op de nu nog koude toiletbril. Met een ongekende jarenlang opgebouwde routine greep ze tijdens het neerzitten de VIVA van 6 weken oud, die ordelijk dubbelgevouwen was op de juiste bladzijde. En terwijl ze het aangrijpende ‘any body’ las, waarin mensen trots laten zien wat ze wel en niet mooi vinden aan hun lichaam, zonder schroom geheel getoond, voelde ze hoe de opluchting zich van haar meester maakte.
Het was klaar! De darmen ontwarden zich, de krampen verdwenen met de noorderzon en terwijl ze las hoe Suus toch minder tevreden was over haar laaghangende schouders bedacht ze zich hoe slim ze wel niet was dat ze de roomwitte toiletbehuizing voorzien had van verschillende velletjes Lidl gerecycled 3 laags wc-papier. Trots stond ze op, trok haar pantalon omhoog in de juiste positie, mikte de VIVA terug in het fonteintje en draaide zich om ten einde met huisvrouwelijke trots de knop in te drukken, waarmee de bruinige uitwerpselen hun weg richting riool soepel zouden volbrengen dankzij haar ingenieuze ingeving.
Haar ogen verstarden echter! Haar adem stokte! Ze had…ze had…verdorie…ze had ‘rechtoppoep’! In haar stoelgangenthousiasme had ze een dermate effectieve druk uitgeoefend middels haar verkrampte ingewanden dat ze ongemerkt een prachtige toren had geconstrueerd, hoger dan de Eiffel, echter zo scheef als die van Pisa. Een duister visioen schoot haar voor de ogen en luttele seconden later zag ze haar grootste angst bewaarheid: de toren viel langzaam, als in slow motion om en de top bezoedelde met een terroristische vastberadenheid de o zo mooi gereinigde halfronde wand van de wc-pot net buiten het zo secuur neergelegde wc-papier.
En ze huilde…lange halen…troosteloos…in de wetenschap dat ze het gevreesde plasticharige monster toch moest gebruiken….

donderdag 8 maart 2012

De dagen dat God vergat te kijken...

Het poepen deed nog een beetje pijn en het jeukte iets, maar als hij op een bepaalde manier ging zitten lukte het net zonder geluid te maken. Afvegen werd iets lastiger. Mama kocht ook altijd van dat goedkope papier dat zo schuurde. De natte doekjes in het fleurige blauwe doosje waren ook net op, dus moest hij zich wel behelpen met het gerecyclede materiaal. Met één hand leunde hij tegen de tegelwand en met de andere probeerde hij zijn achterwerk schoon te maken. De kreet van pijn die hij slaakte was harder dan hij verwacht en gehoopt had. Met alle kracht die hij had drukte de jongen zijn kaken op elkaar tot hij de pijn naar zijn oren voelde trekken. Maar het was al te laat.
"Jongen toch! Wat is er?"
De geschrokken stem van zijn moeder klonk aan de andere kant van de wc-deur die hij zorgvuldig op slot had gedraaid. In zijn hoofd probeerde hij allerlei antwoorden te bedenken, maar er kwam geen goede in hem op.
"Chris, doe eens open!" , drong zijn moeder aan, terwijl ze wild de deurkruk op en neer bewoog, "Vertel me even wat er is!"
Paniekerig keek hij in het rond. Zijn hand op de wand met beige tegels met zacht bruine streepjes erdoor, de verjaardagskalender van Anne Geddes met lieflijke foto's van baby's erop, de tegeltjes met 'Oost West, thuis best' en andere spreuken en de gedroogde roos die mama voor Valentijnsdag had gekregen en die nu stukje bij beetje uit elkaar viel in de kleine wasbak.
"Niets speciaals mama, ik heb alleen wat pijn bij het poepen." Het ontschoot hem voordat hij er erg in had. "Komt door dat wc-papier."De deurkruk hield op met bewegen en hij meende een zucht van opluchting te horen aan de andere kant.
"Ik schrok me dood! Heb je bloed dan of zo?"
"Nee, het doet gewoon een beetje pijn bij het afvegen."
Zijn vingertoppen begonnen wit uit te slaan, zo hard drukte Chris tegen de wand. Onbeweeglijk bleef hij in dezelfde houding voorover staan met het stuk papier in zijn rechterhand nog tegen zijn billen aan.
"Moet ik er even naar kijken? Misschien een zalfje erop?"
"Nee mam, is niet nodig."
 Het zweet brak hem uit, als ze maar niet door bleef zeuren. Ze was altijd zo vasthoudend met dat soort dingen.
"Ok, maar als het morgen nog zo is, dan wil ik er wel naar kijken hoor!", zei ze bezorgd en streng te gelijk.
"Is goed mam." Chris probeerde het rustig te zeggen, maar voor zijn gevoel kwam het er gillend uit.
"Gaat het echt wel?" De bezorgdheid in haar stem was toegenomen hoorde hij.
"Ja, mam, het gaat echt wel!"
 Ingespannen probeerde hij het zo boos te laten klinken dat ze in ieder geval weg zou gaan. Voetstappen verwijderden zich van de deur en zachtjes hoorde hij nog "nou moe, ik probeer alleen maar te helpen." De deur van de keuken viel iets harder dicht dan normaal en eindelijk lukte het Chris om zijn lichaam te ontspannen. Met een verbeten gezicht en een traan in zijn ooghoek lukte het hem zijn billen verder schoon te maken. Nog even keek hij in de spiegel boven het wasbakje naar zijn lichtblauwe ogen, haalde even diep adem, deed zijn broek omhoog en liep het toilet uit.

Hard drukte hij op de toetsen van de controller en met veel lawaai schoot de figuur op de televisie alle vijanden neer die hij zag. Met samengeknepen ogen en open mond bewoog Chris het apparaat wild heen en weer. Vanuit een hoekje kwam weer een figuur te voorschijn en snel drukte  hij de knop weer in. "JA, DOOD!", schreeuwde hij uit en een vervaarlijke grijns vormde zich op zijn gezicht. Eigenlijk mocht hij dit spel niet spelen, want het was voor 18 jaar en ouder, maar omdat hij het zo graag wilde hebben had zijn oom het voor hem gekocht. Papa en mama hadden het maar niets gevonden, maar hadden zich om laten praten. Bij een spelletjescomputer hoorde tenslotte ook een spel en de verhalen dat het slecht zou zijn voor kinderen waren maar onzin had zijn oom gezegd. Zijn moeder had nog even heftig geprotesteerd, maar vader had haar sussend 'valt allemaal wel mee schat' toegesproken en ze had zich er bij neergelegd. En zo zat hij dan met verschillende wapens, de één nog groter en vernietigender dan de ander, mensen en monsters neer te schieten in een virtuele wereld. Bij ieder schot spatte het bloed alle kanten op en soms kon hij bij het gooien van granaten zien dat de lichamen in tweeën werden getrokken. Geweldig vond Chris het en hij werd er altijd erg rustig van. Als hij aan het spelen was dacht hij nergens anders meer aan, heerlijk was dat.
"Chris!", hoorde hij zijn moeder van beneden roepen, "Chris! We gaan zo weg hoor!"
Nadat hij het spel gepauzeerd had deed hij de deur van zijn slaapkamer open en keek de trap af naar beneden waar zijn vader en moeder klaar stonden om een avond uit te gaan. Deze keer gingen ze naar de film en dan misschien nog even dansen. Voor twaalf uur waren ze in ieder geval niet thuis. Chris probeerde lachend naar beneden te kijken, maar wist niet zeker of hem dat lukte.
"Veel plezier!"
 Kwam het er trillend uit? Keek hij angstig uit zijn ogen? Nee, toch niet, het was gelukt, zijn ouders liepen naar de voordeur. Zijn hart sloeg een slag over toen hij zag dat zijn moeder stopte en zich omdraaide.
"Niet te laat naar bed gaan hè!"
"Nee mam, zal ik niet doen!", antwoordde de jongen en moest zich inhouden om niet een zucht te slaken. Vermanend keek ze hem van onder de trap aan.
"Echt niet doen! De vorige keer dat we weg waren zag je de volgende dag ook helemaal wit van moeheid, dus nu op tijd."
"Goed mam, zal ik doen."
 En alsof ze daarmee gerustgesteld was draaide ze zich om en liep naar de deur die zijn vader al voor haar openhield.
"Vergeet ik het bijna", zei ze en opnieuw keerde ze haar hoofd in zijn richting, "Je bent even alleen, maar oom Stefan komt weer oppassen hoor! Hij zal hier over vijf minuutjes zijn. Je redt je wel even toch?"
Met een brok in zijn keel antwoordde Chris dat het wel goed zou komen en ging snel weer zijn slaapkamer in. Boos en angstig tegelijk keek hij naar de televisie en zijn vingers drukten nog harder op de toetsen, terwijl het bloed op het scherm in het rond spatte.

De twee middelste treden van de trap kraakten altijd. Heel irritant was dat als Chris 's avonds stiekem probeerde mee te kijken naar de films die zijn ouders bekeken. Vaak lieten ze de woonkamerdeur net open staan en als hij op de juiste plek op de trap stond kon hij heel mooi mee kijken. Op zijn kamer hadden ze de kabel niet aangesloten ook al had hij daar nog zo vaak om lopen zeuren. Heel stilletjes kwam oom Stefan altijd binnen en hij zei nooit iets, maar door het geluid van de twee middelste treden wist Chris dat hij er was. De jongen kromp ineen bij het pijnlijke geluid van de eerste trede en met zijn handen greep hij de controller knelvast beet. Zijn knokkels werden wit en leeg staarde hij naar het beeldscherm zonder te zien dat zijn personage neergeschoten werd. Het geluid van de tweede trede scheurde van links naar rechts door zijn hoofd en deed het bonzen van pijn. Voorover gebogen keken zijn lichtblauwe ogen strak naar zijn trillende handen en tranen liepen over zijn wangen.
Waarom het gebeurde begreep hij niet. Als Chris zei dat hij het niet wilde werd er alleen maar 'sssstt, rustig maar' gezegd. Maar het deed zo'n pijn! Zo'n pijn! Maar hij kon niets aan zijn vader en moeder vertellen. Als hij dat deed zou de politie komen en ze arresteren. Dan zouden ze hem nooit meer zien. En als hij goed zijn mond hield kon Chris alles krijgen wat hij maar wilde. De spelletjescomputer was toch een mooi cadeau? Dat was wel waar, maar waarom moest hij dan die pijn voelen? Dat zou wel minder worden, daar moest de jongen zich niet druk om maken. Maar deze manier van spelen was niet leuk! In het begin is het niet leuk, maar het wordt steeds leuker, echt waar. Maar waarom mag ik het dan niet aan mama en papa vertellen? Omdat het ons geheimpje is en je wil een geheimpje toch niet verklappen? Volgende week neem ik een nieuw spel voor je mee, nog mooier dan deze en ook weer voor 18 jaar en ouder. Vind je dat niet mooi? Maar de pijn werd niet minder en het werd niet leuker en dus besloot Chris om voortaan maar niets meer te zeggen.
De trap hield zich stil en achter zich hoorde de jongen de houten knop van zijn deur piepend rond draaien. Een lichte klik volgde en hij voelde een zachte wind over zijn betraande wangen gaan. De blik angstig trillend achter een vochtige waas probeerde Chris uit hoe klein hij zich kon maken. De pijn in zijn vingers die de controller nog steeds krampachtig vasthielden voelde hij niet eens. Een schok ging door zijn lijf. In zijn dromen hoorde hij het geluid van de rubberen schoenzool op het vinyl in zijn kamer ook altijd. Badend in het zweet werd hij dan wakker. Zonder te gillen, dat had de jongen zichzelf al aangeleerd. Nog een keer de snerpende wrijving van rubber op vinyl en daarna de zachte klik van zijn slaapkamerdeur die zacht gesloten werd. De controller viel uit zijn handen op de vloer, stuiterde nog een keer omhoog en bleef toen stil liggen op de grond.

Voorzichtig draaide hij zijn lichaam zo dat hij iets scheef op de bril kon zitten. Met de lippen strak op elkaar geknepen en een vuurrood hoofd begon Chris te drukken. Iets bijdraaien nog. Ja, dat ging beter. De traan bij zijn linkeroog veegde hij weg met de achterkant van zijn hand en voorzichtig stond hij op. Hoopvol keek hij naar het fleurige blauwe doosje om teleurgesteld te constateren dat deze nog steeds leeg was. De lichtblauwe ogen keken vol afschuw naar het donkergrijze gerecyclede papier aan de metalen houder. Twee velletjes waren van de rol losgekomen en hingen roerloos te wachten tot ze gepakt zouden worden. Vertwijfeld keek Chris nog een keer naar het fleurige blauwe doosje en besloot zijn broek omhoog te trekken zonder zijn billen af te vegen.

zondag 4 maart 2012

Lekker belerend…

Vanaf een mooie paddenstoelwolk keek God eens goed naar wat hij geschapen had. Een prachtig wereldbolletje vond Hij zelf. Alles zat er op en er aan: water, land, bergen, dalen, beesten, mooie blauwe lucht. En alles deed wat het moest doen. De vogeltjes vlogen, de zeeën golfden, de bloemetjes bloeiden. Alles in een mooi patroon van geboorte, leven en dood. Vissen die hun planktonnetjes aten, tijgers die hier en daar een zebra verschalkten, zebra’s die als een idioot renden voor hun leven, maar stiekem net niet snel genoeg waren (klein geintje om de evolutie te testen), insecten die er voor zorgden dat de rotzooi opgeruimd werd en ga zo maar door. Een prachtige biologische wirwar van allerlei soorten leven dat zich ieder op hun eigen manier ontwikkelde. En dat allemaal op een mooie blauwgroen gekleurde bol, die door middel van aardbevingen, vulkanen en heftige stormen ook nog een steentje bijdroeg aan de evolutionaire balans.  Met liefde dacht Hij terug aan de tijd dat Hij dit allemaal bedacht en gemaakt had en een tevreden glimlach vormde zich op Zijn gezicht. 
De serene overpeinzingen werden echter verstoord door onverwacht bezoek. Zonder Zijn hoofd om te draaien zag Hij de duivel gehurkt naast Hem neer gaan zitten.
“Je zonden aan het overdenken?”, vroeg de duivel.
“Ben jij niet een beetje verdwaald?”, antwoordde God.
“Ja, sorry!”
“Je moet alleen sorry zeggen als je het ook echt meent.”
“Zit wat in, maar als ik alles wat ik zei echt zou menen, zou mijn functie overbodig worden.”
“En dat is een probleem, omdat?”
“Omdat je zonder mij dat stelletje idioten daar beneden helemaal niet meer in het gareel kan houden.”
Het gezicht van God betrok. Tja, de mens… De mens… Satan zag het gezicht van God betrekken.
“Eigen schuld, je hebt ze zelf gemaakt en naar horen zeggen ook nog eens als evenbeeld van jezelf.”
“Als ze een evenbeeld van mij waren geweest hadden ze zich laten leiden door liefde en enkel liefde en dat zie ik nu niet direct terug.”
“’t Is maar net hoe je het bekijkt. Liefde voor jezelf is ook liefde. Liefde voor je volk en je land is ook liefde. Liefde voor het andere geslacht is ook liefde. ‘t Is alleen zo vervelend als andere mensen een gelijksoortige liefde voor hetzelfde object voelen. Of als ze ineens heel veel liefde voor zichzelf hebben, waardoor er niets voor anderen overblijft.”
“Heb uw naaste lief, keer de andere wang toe enzovoorts. Ik dacht toch dat ik dat wel aardig dichtgetimmerd had.”, antwoordde God lichtelijk geïrriteerd. De duivel moest lachen.
“Doen ze ook wel”, zei hij, “man heeft vrouw lief, hij trouwt, krijgt leuk huisje en kindjes. Dan ziet man de buurvrouw naast hem en die vindt hij zo leuk dat hij haar heel snel lief heeft. Dus in die zin houdt hij zich aan het gebod.”
“Ja, ja, ja, je snapt me wel.”
“En ze hebben het fenomeen parenclub en gangbang ontwikkeld en daar is extreem veel liefde aan de gang.”
“Hou eens op jij met die onzin. Dat is gewoon pure dierlijke lust en heeft niets meer met liefde te maken! Net als de hond die instinctief de poeperd van de andere hond besnuffelt.”
“Maar voor hun gevoel wordt er heel veel liefde in dat instinct gestopt.”
De duivel grinnikte. Hij keek ook eens rustig naar het werkterrein onder hem. Het was inderdaad een mooi plaatje van afstand. Schapenwolkjes aan de ene kant die rustig leken te dartelen in hun eigen gebied. Een groeiende orkaan aan de andere zijde, bezig de ecologische balans weer te herstellen. Tussen het afval in de ruimte door kon je het nog net mooi aanschouwen. Naast hem zag hij de melancholiek voor zich uit starende Schepper zitten en begon zelf warempel serieus te worden. Iets wat hij niet te vaak moest doen vond hij zelf.
“Toch is liefde volgens mij wel de basis waar het menselijk ontsporen om draait”, vervolgde hij, “Alleen is het liefde voor eigenbelang en creëert de mens de illusie dit ten behoeve van het welzijn van anderen te doen.”
“Hoe zie je dat voor je?”, vroeg God verbaasd, “Liefde is toch altijd onzelfzuchtig?”
“Dat is de fout in de schepping van de mens, het eeuwig conflict tussen zelfbehoud en behoud van je naaste. Het recht van de sterkste versus barmhartigheid. Zorg dat je meer en beter hebt dan de ander en vertel jezelf in de spiegel dat het goed is dat je dat hebt, zodat je anderen kunt helpen. En met behulp van 21ste eeuwse aflaatpraktijken zorgt de welgestelde mens dat zijn zieltje voor zijn eigen gevoel veilig gesteld is. Een tientje van je miljarden naar ontwikkelingshulp en hoppa. Maak de armen wijs dat werken eervol is en er komen weer tientjes extra terug zonder dat je jezelf schuldig hoeft te voelen. Stukje technologie erbij en je voelt je superverheven boven de rest van de wereld. En wat je dan nog niet hebt probeer je te kopen of kapot te maken en …”
“Ja, ho maar, ’t is nu wel duidelijk dunkt me. Allemachtig, sinds wanneer ben jij zo cynisch geworden?”
“Cynisch? Niets cynisch”, zei Satan, lichtelijk geïrriteerd omdat hij onderbroken werd, terwijl hij zo op dreef was,”’t Is voor mij alleen maar goed voor de handel.”
“Simpel gezegd”, vervolgde God, de opmerking van zijn opponent negerend, “komt het er op neer dat het eigenlijk gewoon beesten zijn die leuke speelgoedjes bedacht hebben. En ze maken er een zootje van. Geweld, extreme seksuele uitspattingen, hebzucht… En dan zichzelf voorhouden dat ze meer zijn dan gewone dieren.”
“Sodom en Gomorra revisited, alleen dan iets groter.”
“Maar hoe krijg je onzelfzuchtige liefde weer terug in zo’n samenleving? Hoe zorg je ervoor dat ze weer eerst aan andere mensen en aan hun omgeving denken?”
God begon weer melancholiek voor zich uit te staren. De orkaan voerde de functie uit waarvoor het bedoeld was aan de oostkant van de wereld. Hij zou later nog wel de nieuwsberichten gaan volgen die er ongetwijfeld weer legio zouden zijn.
“Bommetje erop en ergens anders weer opnieuw beginnen”, antwoordde Satan met een grijns van oor tot oor,”En in het kader van maatschappelijk verantwoorde groei wil ik alle zieltjes wel hebben.”
“Voor de Eeuwigheid?”
“Nee, niet voor de Eeuwigheid, dan beginnen ze bij mij in de toko met hetzelfde geouwehoer. Nee, gewoon even om mee te spelen en ze hun plaats te leren en daarna mag jij ze weer hebben.”
Zijn lippen gingen op standje sip en God liet zijn hoofd moedeloos in zijn handen zakken.
“En bedankt hè! Wat moet ik dan met een stel beesten dat zich geen beesten meer voelt?”
“Misschien kun je de nieuwe versie wat groter maken en dan de oude versie in een kinderboerderij stoppen. Of je maakt er voedsel van voor de nieuwe versie! Dat ze als een soort koeien in een weide mogen rondlopen net zolang tot ze meedogenloos geslacht worden. Of je maakt van de nieuwe versie kannibalen, dan hebben ze een tijdje lang een leuke voorraad. Of…”
“Ja, ho maar weer, strekking wel weer duidelijk. Soms…”
En zo bleven ze beiden nog een tijd moedeloos voor zich uitstarend op hun paddenstoelwolk zitten in de hoop dat de oplossing zich vanzelf aan zou bieden. En zoals de mens God verlaten had, verliet God nu de mens om zijn creativiteit van een ver verleden weer omhoog te halen en grondig te analyseren. En deze keer mocht Satan met hem in discussie, want als oprechte tegenpool kon hij Hem misschien nog van nuttige adviezen voorzien.